Gast blog
July 18, 2024
Wim Eikelboom

Rivieren: onze bondgenoten in klimaatverandering

Laten we onze grote rivieren meer omarmen als bondgenoten, stelt rivierjournalist Wim Eikelboom.

Gast blog
July 18, 2024
Wim Eikelboom

De documentaire ‘I am the river, the river is me’ houdt ons een spiegel voor hoe defensief we als Nederlanders omgaan met onze rivieren. Laten we onze grote rivieren meer omarmen als bondgenoten, stelt rivierjournalist Wim Eikelboom.


‘Rivieren zijn van groot belang voor Nederland’, staat in het coalitie-akkoord voor de komende regeerperiode. De grote rivieren zijn volgens dit akkoord belangrijk voor goederenvervoer per binnenvaart, voor zoetwaterbeschikbaarheid, waterberging, natuur en recreatie. De bevaarbaarheid van de rivieren staat voorop.


Deze volgorde is veelzeggend voor onze manier van kijken naar rivieren. Rivieren zijn onze welvaartsbrengers. Dat was in de middeleeuwen al het geval met de handelsvaart tussen de Hanzesteden. Tegenwoordig behoren de Waal en Rijn tot de drukst bevaren rivieren van Europa, als verbinding tussen de Rotterdamse zeehaven en Duitsland.


Onze rivieren hebben ons Nederlandse DNA gevormd. We zijn een volk dat een land heeft opgebouwd uit een overwegend zilt moerasgebied beneden de zeespiegel. We voerden eeuwenlang de strijd tegen het stromende water. Wereldwijd zijn we vermaard vanwege onze veilige dijken en de Deltawerken. Wij weten de angst voor de waterwolf om te zetten in waterstaatkundige trots.


Die houding heeft ertoe geleid dat we defensief, ietwat vijandig en instrumenteel kijken naar onze rivieren. We genieten weliswaar van een fietstocht over de dijk met zicht op uiterwaarden en fraaie wolkenluchten boven de IJssel of de Nederrijn. Maar diep vanbinnen zijn we doordesemd met de gedachte dat de rivieren getemd behoren te worden. Want rivieren kunnen zomaar buiten hun oevers treden en voor gevaarlijke overstromingen zorgen.


Daarom sneden we de afgelopen eeuw bochten uit rivieren, bouwden stuwen, legden oevers vast in keien en maakten kribben en dijken om de waterstromen te beteugelen en naar onze hand te zetten. De rivieren laten we naar de pijpen dansen van onze ingenieursmentaliteit; in het belang van de scheepvaart en van onze hoogwaterveiligheid. We hebben onvoldoende beseft hoezeer we daarmee de aard van de rivieren geweld
aandoen. Elke rivier wil namelijk vrij stromen, kronkelen (meanders maken) en sediment (zand en grind) vervoeren. In de Maas is dat rigoureus ingeperkt, want er zijn 11 bochten uitgesneden en stuwen gebouwd. Datzelfde geldt voor de Nederrijn en de Lek. Slechts zestig dagen per jaar – bij hoog water - stromen deze rivieren vrijaf naar zee.


Onze grote rivieren kennen sedimenthonger door een tekort aan zand en grind. Als gevolg daarvan slijten rivierbodems in, waardoor zich nu grote problemen voordoen met verdroging van riviernatuur en scheuren in huizen. Die problemen zijn ontstaan sinds alle rivieren in de 19e eeuw in een keurslijf zijn gezet omwille van economische belangen.


Wie rivieren uitsluitend ziet als waterstaatswerk en lozingspunt voor afvalwater krijgt vroeg of laat de rekening gepresenteerd. Dat merken we in de uitslijtende rivierbodems en de miljoenen kostende maatregelen die worden genomen om de ecologische waterkwaliteit van de rivieren te verbeteren door stenen weg te halen van oevers en hier en daar oude rivierarmen terug te brengen en beekmondingen te herstellen. Nu we onze rivieren steeds
meer nodig hebben voor de drinkwaterwinning, ontdekken we hoeveel investeringen er nodig zijn om het water weer schoon en drinkbaar te maken.


Laten we de rivieren weer als de bondgenoot zien. Dat vraagt om een vernieuwende benadering. Daarin kunnen we iets opsteken van de wijze waarop inheemse bewoners van Nieuw Zeeland omgaan met hun rivieren. In de Nederlands-Noorse documentaire ‘I am the river, the river is me’ brengen Maori onder woorden hoe zij verbondenheid ervaren met de Whanganui-rivier. Zij zien de rivier niet als hun bezit, maar als partner in de werkelijkheid van het bestaan. Zoals ze ook bomen en dieren beschouwen als medeschepsels. Als mens zijn we geroepen om goede beheerder en voorouder te zijn, zegt de man die is benoemd tot voogd om namens de rivier als rechtspersoon te spreken.


Beheerder verwijst naar het begrip dat wij in ons land kennen uit de christelijk traditie: rentmeesterschap. Dat is in Nederland vaak verworden tot beheersen in plaats van beheren van het landschap. Beheren begint met beseffen wat rivieren nodig hebben om rivier te zijn. Jan Bonjer, dijkgraaf van Hollandse Delta, verwoordde het kortgeleden zo: Laten we meer luisteren naar de zee, naar de rivieren en zet het maakbaarheidsgeloof op een lager pitje. Hij verbindt er de oproep aan om niet alle kaarten te zetten op technische oplossingen tegen zeespiegelstijging, maar ook samen te werken met de natuur. De rivier dus als bondgenoot in klimaatverandering.


Een persoonlijke stap die ik heb gezet is vriendschap sluiten met mijn favoriete rivier, de IJssel. Ik ben graag in de nabijheid van de IJssel, voel me vrij om mijn gedachten uit te spreken, zwem in de rivier en voel verwantschap en verbondenheid. Ik gun mijn vriend de IJssel het beste: schoon en drinkbaar water, zandige oevers, een rijk dieren- en plantenleven, kronkelende bochten en ruimte om te stromen.


Ik gun de IJssel ook meer rechten. Want nu is de rivier vooral een ding in het landschap, dat we inzetten voor onze hoogwaterveiligheid, voor de scheepvaart, recreatie en o ja, het is ook een prachtig natuurgebied.


Rechten voor de rivier begint wat mij betreft niet met het afdwingen van een juridische status. Maar met bewustwording dat rivieren net als mensen samen mogen zijn en bestaan in ons Nederland. Rivieren hebben ons gevormd. Hun stroom leert ons levenslessen, bijvoorbeeld dat stilstand geen vooruitgang is en dat vooruitgang betekent dat je niet tezeer moet blijven hangen in wat was. Je kijkt immers nooit naar hetzelfde water.

Voor een samenleving in harmonie met de natuur

1500+ natuurliefhebbers ontvangen al maandelijks het laatste nieuws over Rechten van de Natuur