Met een serie korte interviews willen we jou, lezer van deze website en blogs, kennis laten maken met de mensen achter de stichting Rechten van de Natuur. Voor het vierde interview in onze serie gingen we in gesprek met Rodny Stolk, secretaris van de stichting.
Rodny (23) heeft de nodige bestuurservaring en natuurkennis, maar hij is ook iemand met een ‘diepgroen hart’, dat sneller gaat kloppen van vogels. Sinds 2016 is hij vogelaar, maar al veel langer is hij Texelaar. Zo goed als zijn hele leven woont Rodny al op Texel. Alleen tijdens zijn bachelor- en masterstudie bedrijfskunde zat hij ‘aan de overkant’. In 2022 raakte hij betrokken bij het Nationaal Park Duinen van Texel en maakte hij kennis met voorzitter Jan van de Venis. ‘Jan was degene die het balletje van Rechten van de Natuur opgooide, op een moment dat ik daar nog nooit over had nagedacht. Hij raadde me Jessica’s boek aan en zei: ‘Kijk eens of we daar op Texel iets mee kunnen.’’
Rodny verdiepte zich in het onderwerp en het fascineerde hem. ‘Rechten van de Natuur is een interessante benadering, omdat de huidige wet- en regelgeving vaak niet voldoet. Neem bijvoorbeeld de Kanoet. Deze strandloper broedt op de toendra in Noord-Siberië. Daar legt het vrouwtje haar eieren en broedt ze samen met haar partner uit. Het mannetje zorgt vervolgens voor de jongen tot ze kunnen vliegen. Daarna is er weinig tijd om te oefenen: De jonge Kanoet maakt meteen de zware tocht naar ons Waddenzeegebied, vaak in één keer, vertrouwend op de eigen ingebouwde navigatie. In Nederland moet de vogel in enkele weken zóveel eten dat hij bijna verdubbelt in gewicht en sterk genoeg is om de reis voort te zetten naar West-Afrika. Het is van levensbelang dat de Kanoet de rust en ruimte krijgt om dat in die korte tijd te doen. In de Europese Vogelrichtlijn staat dat je een hoogwatervluchtplaats – een plaats waar vogels zoals de Kanoet rusten – niet mag verstoren. Dat is een mooie regel, maar wie handhaaft hem?’
Na het lezen van Jessica’s boek vond Rodny, samen met anderen, dat het Nationaal Park ook zo’n natuurstoel zou kunnen creëren, met iemand die binnen het bestuur namens de natuur kan spreken. ‘Ik had daarbij allerlei vragen voor Jessica, die op dat moment druk was met het oprichten van de stichting. Omdat ik al bestuurlijke ervaring had, vroeg ze of ik in het bestuur wilde komen. Dat wilde ik graag.’ Bij verschillende organisaties vervulde Rodny al een functie als jongerenbestuurder, maar bij Stichting Rechten van de Natuur wilde hij ‘gewoon’ bestuurslid zijn. ‘Het is goed dat er jongerenbestuurders zijn. Toch merkte ik dat het een ingewikkelde positie is. Mijn advies voor jongerenbestuurders: Verander je titel naar ‘bestuurslid namens toekomstige generaties.’ Dan kun je echt ergens voor staan.’
Volgens Rodny kun je op een vergelijkbare manier iemand aanwijzen binnen je bestuur die namens de natuur spreekt, al is dat nieuw en vaak onwennig. ‘Het verschilt enorm of ik praat met iemand van 50 of 60 jaar, of met iemand van mijn eigen leeftijd. Bij die eerste groep merk je meer terughoudendheid. Een standaard bestuur heeft vaak best wat grijze koppen en dan vind ik het een kunst om te proberen zo’n natuurstoel door te voeren, juist als er veel vragen zonder antwoorden zijn.’
Het is niet alleen de generatiekloof die voor weerstand kan zorgen: ‘Enerzijds staan we op Texel dicht bij de natuur, anderzijds staan we er soms ver vanaf. De gedachte dat we één zijn met de natuur, daar zijn we op Texel toch vaak te nuchter voor.’ Aan de stichting de uitdaging om de boodschap van Rechten van de Natuur voor zoveel mogelijk mensen duidelijk en concreet te maken. ‘Dat is niet makkelijk, maar we moeten pionieren en daar horen uitdagingen bij.’
Om zelfs een nuchtere Texelaar te overtuigen van de intrinsieke waarde van de natuur, kan leren en observeren helpen. ‘Dat is de basis van de vogelexcursies die ik doe, en eigenlijk van alles wat ik doe. Mensen bewust maken van de vogelrijkdom door het verhaal dat ik vertel over de Kanoet - dat opent de ogen van mensen al zó. Sinds coronatijd zijn er bovendien een heleboel geïnteresseerden bij gekomen die nu het roodborstje in hun tuin, of de pimpelmees op de voedersilo herkennen. Of hun hond aan de lijn doen in een broedgebied.’
Rodny hoopt dat mensen zich in toenemende mate blijven interesseren in de natuur, en in Rechten van de Natuur. ‘De stichting is eigenlijk niets meer dan een aanjager van de beweging. In het beste geval kunnen toekomstige bestuursleden de stichting helemaal opheffen, omdat het gedachtegoed zo algemeen is geworden.’ Dan krabbelt Rodny lachend terug, naar het heden: ‘Maar laten we dat nu nog maar niet doen! We bestaan pas net.’